Klinkt prachtig! Hoe is de relatie tussen ontwerpen en de werkelijkheid?
“Altijd spannend. We kunnen de randvoorwaarden creëren, maar niet garanderen dat wat we bedenken ook precies zo gebeurt. Bij goed onderhoud weet je ongeveer wel hoe je struiken zich gedragen, planten kun je redelijk sturen. En als eentje het niet zo lekker doet, komt er waarschijnlijk iets anders op, aangevoerd door de wind of zo. In VERTICAL komen plekken voor vlinders, vogels en vleermuizen, maar vinden ze deze rots dan ook? Niet alles kun je voorspellen.
We bouwen een nieuw ecosysteem uit het niets en dat vraagt iets meer werk, iets meer inspanning. Met al onze expertise en ervaring leggen we een basis waar planten en dieren zich goed voelen en op reageren. Als het goed is, arriveert de spin als eerste. Spinnen komen altijd. Daar komt de koolmees op af en als dat lukt, heb je de eerste slag gewonnen. Komt de koolmees niet, dan wellicht de mus. Om biodiversiteit te vergroten heb je vier v’s nodig: voeding, voortplanting, veiligheid en verbinding. Wat dat laatste betreft zijn we ook afhankelijk van ontwikkelingen om VERTICAL heen: wij geven het startsein voor verandering in het gebied, wat komt er nog meer bij? Gelukkig is er bij het station al veel beplanting waar insecten op af komen.